De Kabbalist: van A tot Z

Hollywood kan de trompetten alvast klaarleggen; scénes als deze zijn geschreven voor de film
– De Volkskrant

Een bijzonder clevere kruising tussen De Da Vinci Code, De Alchemist en Indiana Jones. Kimpen heeft heel goed begrepen dat je wijsheid moet combineren met alledaagsheid om je lezers in de ban te houden.
– De Standaard

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Chaim Vital

Chaim Vital

Chaim betekent net als Vital ‘leven’.
Chaim Vital Calabrese werd in 1542 in Tsfat geboren. Hij voelde zich al snel aangetrokken tot esoterische en mystieke onderwerpen en op jonge leeftijd wijdde hij zich aan de alchemie, waar hij later veel spijt van had. Hij vond dat hij moest boeten om deze verwaarlozing van de Torah.
In 1570, het jaar dat Itschak naar Tsfat verhuisde,  werd hem voorspeld dat er een leraar zou komen uit Egypte die hem grote wijsheid zou bijbrengen. Maar omdat Vital in eerste instantie zichzelf geleerder vond dan wie ook, duurde het een tijdje voor hij zich overgaf aan Itschak. Hij werd Luria ’s trouwste leerling en kreeg als enige de toestemming om Luria ’s wijsheid op papier te zetten. Maar Luria verbood hem om één letter te publiceren. Chaim Vital hield zich fanatiek aan deze belofte tot ergernis van de andere kabbalisten die zich wilden verdiepen in de leer van Luria.
Na de dood van Itschak hoopte hij de nieuwe kabbalistische leider van Tsfat te worden. Bovendien was hij de enige die de autoriteit van Itschak zelf gekregen had, om zijn leer verder te bestuderen en uit te leggen. In 1575 verzamelde hij twaalf leerlingen rondom zich. De leden van deze groep ondertekenden een verklaring dat ze alleen de Luriaanse kabbala zouden bestuderen onder leiding van Chaim en met niemand de wijsheid zouden delen. Chaim geloofde dat leerlingen die niet voldoende gedisciplineerd waren hun verstand konden verliezen door de intensiteit van de studie. Maar in 1577 viel deze groep reeds uit elkaar.
Chaim verhuisde naar Jeruzalem en werd daar rabbijn tot 1586. Toen verhuisde hij weer naar Tsfat. In 1598 ging hij in Damascus wonen. Dit was een periode van depressie, wanhoop en armoede. Hij was gefrustreerd dat de joden van Damascus niet naar zijn wijsheid luisterden en geen gehoor gaven aan zijn oproep tot berouw. Hij suggereerde zelfs dat de komst van Messias werd tegengehouden door het gedrag van de inwoners van Damascus.
Hij trouwde drie keer. In zijn eerste huwelijk duurde het negen maanden vooraleer hij tot vereniging kon komen en dit leidde tot erg neerslachtige buien. Later kreeg hij vele kinderen waarvan er verschillende stierven bij de geboorte of op jonge leeftijd.
Behalve de boeken gebaseerd op de leer van Luria schreef Chaim ook een eigen commentaar op de Zohar (voor hij Itschak leerde kennen), een verhandeling over alchemie, een werk over astronomie en een commentaar op de Talmoed. Nog niet alles hiervan werd gepubliceerd.
Hij schreef ook de eerste Joodse mystieke autobiografie "Het boek der visioenen". In dit boek probeert hij antwoord te vinden op de vraag wie hij is en wat zijn spirituele missie is in deze wereld. In zijn mystieke autobiografie schrijft Chaim dat de komst van zijn verheven ziel al voorspeld werd voor zijn geboorte.
Chaim had de hoop dat hij de ultieme verlossing aan zijn volk zou bezorgen tijdens zijn leven. Hij beschrijft zijn dromen en visioenen. Daarnaast gaat hij uitgebreid in op de gereïncarneerde zielen die in hem wonen en wiens zonden hij in zijn eigen leven moet goedmaken. De ‘persoonlijke’ zonden die hij moet corrigeren waren ondermeer; arrogantie, spotten en natte dromen.
Toen Chaim erg ziek was, stal zijn broer Moshe 600 pagina’s van zijn manuscript om te laten kopiëren. In drie dagen tijd werd het manuscript 100 maal gekopieerd door schrijvers. Deze kopieën verspreidden zich onder de kabbalisten maar stonden vol fouten door de haast waarmee ze overgeschreven waren. De zoon van Chaim herschikte deze kopieën uiteindelijk tot een definitieve vorm die vanaf 1660 werd verspreid onder de naam Etz Chaim. Tussen 1863 en 1898 werden ze voor het eerst echt uitgegeven in zeven delen in Jeruzalem. Er wordt gezegd dat er nog enkele van de eerste honderd kopieën zouden bestaan en bestudeerd worden door kabbalistische mystici.
Hij stierf in Damascus in 1620. Vlak voor zijn dood verklaarde Chaim dat hij wenste dat al zijn boeken samen met hem zouden begraven worden. In een kabbalistisch ritueel werd jaren later aan zijn ziel toestemming gevraagd om de manuscripten uit zijn graf te mogen halen.
Alle theorieën van Luria kennen we hoofdzakelijk dankzij de geschriften van Chaim Vital.
Zie ook: Etz Chaim, Hammam esh-Shifa, en Josjoea Vital.

Chanoeka

Chanoeka wordt ook het inwijdingsfeest of het feest der lichten genoemd. Het duurt acht dagen en wordt rond november, december gevierd, afhankelijk van de Joodse kalender. Het feest ontstond in 164 voor Christus na het mirakel met de zevenarmige kandelaar die acht dagen lang bleef branden met één kruikje olie. Dit mirakel staat beschreven in de Talmoed. Elke dag ontsteekt, meestal de jongste huisgenoot, één kaars extra als herdenking van dit mirakel. De kandelaar wordt meestal voor het raam geplaatst en blijft minstens een half uur branden. Chanoeka gaat over het overwinnen van het licht op de duisternis. Het symboliseert het wonder van het spiritueel overleven doorheen moeilijke tijden. De overwinning van de geest op de kracht.

Choepa

Trouwbaldakijn, en daarvan afgeleid bruiloft. Onder het baldakijn, een doek dat met vier stokken omhoog wordt gehouden, vinden de belangrijkste trouwrituelen plaats. Het symboliseert de tent van de bruidegom en het toekomstige huis van het bruidspaar. Volgens de Joodse wet moet het baldakijn gemaakt worden onder de blote hemel als symbool voor veel geluk. Het geluk dat Abraham ten deel viel dat zijn zaad zo talrijk was als de sterren.

Cordovero

Het personage Cordovero is geïnspireerd op Mozes Cordovero die leefde van 1522 tot en met 1570. Hij was zo getalenteerd in de studie van de Torah dat hij reeds op zijn twintigste rabbijn werd. Twee jaar later begon hij zijn studie van de kabbala, samen met zijn schoonbroer Schlomo Halevi. Hij bestudeerde zeer nauwgezet de Zohar die in 1558 voor het eerst gedrukt was. Hij schreef talrijke boeken waaronder De boom van Deborah, dat bijzonder populair was in de 16de eeuw over de kabbala in het dagelijkse leven. Verder schreef hij onder meer de kabbalistische boeken ‘Or Yaqar’, of Kostbaar licht (over de Zohar) en ‘Pardes rimmonim’, Gaarde van de granaatappelen, waarin hij kabbalistische ideeën uitlegt. Hij was de eerste die alle historische kabbalistische geschriften synthetiseerde en onderzocht op hun waarde. Toen Itschak Luria naar Tsfat verhuisde, werd hij zijn leerling. Op zijn doodsbed voorspelde Cordovero: "De man die de wolk zal zien die mijn doodsbaar volgt, zal mijn opvolger zijn." Het was Itschak die de wolk aanwees en zei dat Cordovero begraven moest worden waar de wolk zou stoppen.
Zie ook: Schlomo Halevi.

TOP

Delen: